Dit schreef hij over Gert-Jan:
Den Andere
Een vriend, een kerel uit één stuk,
zo zie ik mijn adjudant.
Want als ik ooit probleempjes heb,
is hij altijd ‘bij de hand’.
Ook na het carnaval, ik bedoel gewoon privé
dan staat hij steeds nog voor mij klaar
en leeft met alles mee.
Ik weet niet of ik het zeggen kan:
‘Voor mij ben je van goud, Gert-Jan’.
Daarmee is niets te veel gezegd, veronderstellen we. Want ook bij onze vereniging heeft hij zich op allerlei fronten gemanifesteerd, gedurende vele jaren, voornamelijk in bestuurlijke en organiserende functies.
In de jaren 90 trad hij toe tot het Haone bestuur, eerst enkele jaren als gewoon bestuurslid (2e penningmeester), daarna een jaartje als opstapje vicevoorzitter, om vervolgens ook nog eens 4 jaar voorzitter te zijn.
Dit was tevens de periode dat hij zich zeer intensief bezighield met de Q-kulle-Q’s, het nieuwe lijfblad van de vereniging, met name de illustraties ervan. Een redelijk grote selectie ervan, zowel gewone tekeningen als cartoons, is te zien via de links onder Creatieve uitingen.
Hij was in die jaren zeker beeldbepalend voor de vereniging, ook op andere vlakken, zoals in de optocht en bij het ontwerpen van diverse onderscheidingen.
Aansluitend daarop is hij zich heel intensief bezig gaan houden met de organisatie van het Haone Boere Blaos Festijn, als voorzitter van de H.B.B.F. commissie.
Vele jaren later is hij ook nog jurylid geweest.
En dan is er nog een fenomeen in het Lampegat dat we zeker niet mogen vergeten, namelijk “’t Kastje”. Samen met Frits van Gemert was hij een van de initiatiefnemers en heeft hij zeer vele jaren “’t Kastje”, met name rond carnaval, overal mee naar toe genomen en geëxploiteerd.
Wie kent “’t Kastje” niet? Je kwam ze overal tegen, na de carnavalsmis, in en bij de tent op de Mert, bij de optocht in het Stationskwartier en ook op het Stratumseind.
Altijd en overal stonden ze paraat met hun speciaal samengestelde neutjes en de lekkere hapjes, die overal uit “’t Kastje” tevoorschijn kwamen.
Het is niet voor niets dat “’t Kastje” als instituut in het Lampegats carnaval in 2013 de zilveren Ere-Haon kreeg.
Beide heren, Gert-Jan en Frits, hebben ook nog een blauwe maandag in het bestuur gezeten van de Malle Maandag Middag. Maar dat terzijde.
Omdat hij het besturen van allerlei organisaties en groepen niet kon laten is Gert-Jan een aantal jaren geleden nog gevraagd in het bestuur plaats te nemen van de weliswaar min of meer slapende, maar desalniettemin nog steeds bestaande Karnavalsstichting D’Haone.
Anekdote van Wim Martens (oud-voorzitter FEC) uit de oude doos:
Ik heb nog een anekdote, maar vraag me niet van welk jaar, ik schat uit 2000.
Wij waren als FEC en Stadsprins bij de bijeenkomst van de Club 111 op carnavalszaterdag in de Danssalon, op de hoek van Stationsplein en Dommelstraat. Ik kreeg een telefoontje van de bewaking van de tent op de Stadse Mert, toen een spantent, dat er problemen waren met de wind en de tent dreigde te sneuvelen. Ik ben toen ter plaatse gegaan om het probleem te bekijken en inderdaad, de wind sloeg onder de tent, de tent werd opgelicht en de losstaande palen vielen uit de gaten. Met de moed der wanhoop hebben we met de bewaking toen geprobeerd de tent aan te spannen, zodat de palen op de grond en in de tentgaten bleven. Makkelijker gezegd dan gedaan, als we aan de ene kant klaar waren, begon het aan de andere kant. Het werkte dus voor geen meter. Gelukkig kwam er op dat moment een groep Haone langs, onder aanvoering van Gert Jan van de Meent, die uitmuntende hand- en spandiensten verleenden, waardoor een groter probleem werd voorkomen. Na behoorlijke inspanning was de tent gered en kon zondag weer dienst doen. Mede dank zij de inzet van d’Haone weer rust in “de tent”.
Iets wat ik nooit zal vergeten.
Creatieve uitingen
Foto galerijen